Gentse trolleys in Arnhem
In 1992 kwam het GVA met het plan ′Trolley 2000′. Dit plan hield in dat er met gelede trolleybussen
op een gereorganiseerd lijnennet met minder haltes hoogwaardig openbaar vervoer zou worden geboden.
Als eerste stap werd bij Van Hool een gelede duobus besteld die was voorzien van zowel een elektromotor
als een volwaardige dieselmotor. De bus, die het nummer 201 kreeg, was medio 1993 gereed maar kwam pas
in juni 1994 in dienst. Het was de bedoeling om meer van deze duobussen aan te schaffen om zo ook op
lijnen waar deels bovenleiding was en deels niet, te kunnen rijden.
In eerste instantie werd de 201
als proef ingezet op lijn 2 die vanaf de Hoogkamp, waar de bovenleiding ophield, om de andere bus verder
reed naar Schaarsbergen.
In de praktijk bleek de 201 echter niet aan de verwachtingen te voldoen en ook
storingsgevoelig te zijn. Omdat ook de aanschafprijs behoorlijk hoog was, werd besloten om geen duobussen
meer te kopen, maar gewone gelede trolleys.
Bij Van Hool werden er acht stuks met een lage vloer (0202-0209)
besteld, die eind 1997/begin 1998 in dienst kwamen.
Intussen was het passagiersaanbod tussen Presikhaaf en het Station steeds groter geworden.
Hierdoor reden er vanaf 1995 op lijn 5, bij gebrek aan gelede trolleys, voornamelijk gelede dieselbussen.
Om het ontbreken van gelede trolleys tijdelijk deels te compenseren, huurde het vervoerbedrijf voor de duur
van een jaar vier gelede trolleybussen bij De Lijn in Gent. De Lijn zat ruim in de trolleybussen en kon daardoor deze
vier wagens gemakkelijk missen.
Op 19 april 1996 werd de eerste Gentse trolley, de 17, naar Arnhem gesleept.
Op 19 juni volgde de 15, op 12 juli de 10 en tenslotte op 8 augustus de 03. In Arnhem kregen zij respectievelijk
de nummers 225 tot en met 228.
Op 2 mei vond met de 225 de eerste proefrit plaats, die naar De Laar West voerde.
De officiële overdracht van de trolleys door de directeur van De Lijn, de heer Van Wesemael, aan de GVM vond op
3 juni plaats bij Musis Sacrum. Hier stond de 225 opgesteld.
Voor ze in dienst kwamen, werd er een aantal aanpassingen aan de trolleys gedaan. De belangrijkste waren de inbouw van Combofoon en Vetag en radiografische wisselbediening. Verder werden de stroomafnemers aangepast en werden de knoppen waarmee passagiers aan de buitenkant de deuren konden openen, geblokkeerd. De trolleys hadden een maximumsnelheid van 60 kilometer per uur en waren voorzien van een hulpmotor. Ze hadden geen lage vloer maar wel een lagere vloer dan de toenmalige Arnhemse 12-meter trolleys hadden.
De trolleys, die alleen op lijn 5 werden ingezet, kregen een rolfilm met daarop de teksten: 5 Station, 5 Presikhaaf, 5 Elsweide en Geen Dienst. Tussen 2 juli en 6 september 1996 kwamen de 225 tot en met 228 in dienst. Op lijn 5 reden toen naast deze Gentse trolleys meestal ook duobus 201 en voor de rest gelede dieselbussen. Alleen in de zomerdienst reden er op deze lijn ook 12-meter trolleys, met name Volvo’s.
In de praktijk voldeden de Gentse trolleys matig. De rijeigenschappen waren minder goed dan die van de Arnhemse trolleys en ook was het geluidsniveau hoger. Verder traden er regelmatig storingen op. Ook ontspoorden de trolleybussen vrij regelmatig hetgeen tot gemopper en klachten van passagiers leidde.
De 225, 226 en 227 reden op respectievelijk 23, 31 en 30 mei 1997 hun laatste diensten op lijn 5. Op 6 juni (225) en 13 juni (226 en 227) werden ze teruggesleept naar Gent. De NTV had op 24 mei 1997 een afscheidsexcursie gereden met de 227. De rit voerde naar bestemmingen waar de Gentse wagens nooit waren geweest: de Hoogkamp, ’t Cranevelt, Alteveer, Vredenburg, Holthuizen en Het Duifje. De 228 bleef voorlopig nog rijden.
Na de indienststelling van de Van Hool trolleys 0202-0209 eind 1997/begin 1998 werden deze met name ook op lijn 5 ingezet, waardoor er meer trolleys op deze lijn reden. Maar toch bevond de trolleyinzet zich toen nog steeds op een dieptepunt. Lijn 9 reed als gevolg van een frequentieverlaging vanaf augustus 1998 ook met gelede bussen. Voor de 16 diensten op de lijnen 5 en 9 waren maximaal 10 gelede trolleys beschikbaar, verder reden er gelede dieselbussen. Eind 1998 kwamen als aanvulling de Berkhof trolleybussen 0210 en 0211 in dienst, maar deze werden regelmatig door technische problemen geplaagd. Aan 12-meter trolleys (B79-en en Volvo’s) waren er medio 1998, na de buitendienststelling van 6 stuks B7900-en, nog 32 aanwezig, terwijl er maar maximaal 17 stuks werden ingezet op de lijnen 1 en 3. De 228 bleef nog twee jaar rijden en reed zijn laatste dienst op 3 juli 1999 en ging op 29 september terug naar Gent. Het was de bedoeling dat de 228 nog wat langer had zullen blijven. Naar verluidt omdat de tijdelijke typegoedkeuring niet werd verlengd, ging dit niet door. Op 10 juli werd door de leden van de toenmalige ′Werkgroep 101′ met de 228 nog een rit gereden naar de Geitenkamp, Oosterbeek en De Laar West, zodat de 227 en 228 buiten hun vaste lijn naar Presikhaaf en Elsweide ook de meeste andere Arnhemse trolleytrajecten hebben bereden.